Ik heb geen zin
Gisteren voelde ik me lamlendig, ik had geen puf om maar iets te doen, zelfs niet om aan mijn blog te werken. Vandaag ontbreekt me de zin eveneens. Want ik voel me traag en futloos. Net als mijn laptop blijkbaar, want die is super traag en dat irriteert me mateloos. Maar goed, ik verkeer wel in een perfecte stemming voor deze blog, want mijn ontstemde gemoed hoort bij de depressie die zich de laatste weken weer in alle hevigheid liet zien. Ik schrijf dit terwijl de zon een stralend contrast vormt met de grauwe wolken die zich in mijn hoofd hebben samengepakt.
Als jij net als ik van een goede afloop houdt, weet dan dat we nu eerst een dal in wandelen, want dat hoort bij een depressie, maar ik beloof je dat we daarna bergopwaarts gaan en helemaal boven op die berg ga ik iets leuks doen. Enfin, we starten met de weg naar beneden. Hoe ziet die eruit?
Een depressie bouwt zich op
Alle herstel van afgelopen tijd ten spijt, heb ik een terugval. De reden is dat mijn lieve puberdochters inmiddels ruim twee maanden thuis zijn vanwege de coronamaatregelen. Dit is voor iedereen een lastige situatie en voor mij evengoed. Het is voor mij ondoenlijk om binnen mijn grenzen te blijven terwijl mijn grote schatten de hele dag aandacht vragen. De eerste weken ging het nog best aardig, zeker door het toepassen van de adviezen uit de cursus opvoeden van pittige kinderen die ik afgelopen half jaar heb gevolgd. Naarmate mijn kinderen langer thuisbleven en het eind niet in zicht kwam, merkte ik dat ik in een neerwaartse spiraal belandde.
Ik ben bang voor mijn depressie
Het was net alsof ik werd meegezogen in een draaikolk met duistere bestemming en dat maakte me angstig. Ik wil namelijk voor geen goud terug naar die plek. Omdat ik weet hoe beklemmend een depressie voelt, krijg ik het benauwd als ik tekenen waarneem van de opkomst ervan. Het zijn grofweg drie fasen die zich opvolgen. Wat ik bespeurde bij mezelf, was het volgende (ik noem de fasen voor het gemak even A, B en C).
A. Bij terugval ben ik prikkelbaar en moe
Het begon bij mij met een toenemende overprikkeling en vermoeidheid. Waar ik enkele maanden geleden pas in de middag het gevoel had dat ik volledig door mijn geestelijke en fysieke energievoorraad heen was, kreeg ik dat sinds een paar weken al in de loop van de ochtend. Als ik me zo uitgeblust voel, dan kan ik eigenlijk alleen maar zitten en niets doen, ook niet praten. Als ik toch dingen moet regelen of voor mij ingewikkelde gesprekken moet voeren, reageer ik kortaf en ga ik snauwen. Wanneer zich deze toestand reeds om 11 uur in de ochtend voordoet, is dat behoorlijk onhandig. Ik sliep prima dus daaraan lag het niet. Mijn vermoeide lichaam en geest waren direct te herleiden tot het feit dat mijn kinderen niet naar school gingen. Door hun continue aanwezigheid kwam ik aan niets toe. En ik neem dat mijn kinderen niet kwalijk, laat dat heel duidelijk zijn.
Wat ik vervolgens ervaarde, is dat ik me somberder voelde en ging piekeren. Dat gepieker kwam hoofdzakelijk doordat ik vaker boos werd op mijn kinderen en dat wilde ik natuurlijk liever niet. Ik was me ervan bewust dat zij niets aan de situatie konden doen en net als ik het beste ervan probeerden te maken.
B. Inadequate schuldgevoelens ontstaan
Ik ging me schuldig en onbekwaam voelen en moest mezelf steeds toespreken dat ik wel ertoe doe. Naast dat ik vaker uit mijn slof schoot naar mijn kinderen, voelde ik me tekortschieten omdat ik hen niet kon bieden wat ze nodig hadden. Die laatste gedachte kon ik meestal naast me neerleggen omdat ik weet dat ik ruim voldoende voor ze doe en dat het gewoon prima met ze gaat. Het zijn heerlijke meiden die lekker in hun vel zitten.
Wat ik moeilijker vond dan het misplaatste schuldgevoel, is dat ik uit het niets overvallen werd door huilbuien. Die plotselinge waterlanders luidden de volgende – ernstigere – fase in.
C. De wanhoop slaat toe
Ik bereikte het punt dat ik me totaal niet kon concentreren. Ik was niet meer in staat taken af te maken, moest steeds pauzeren na het minste of geringste en dat begon bij het opstaan. In die pauzemomenten keek ik voortdurend op mijn telefoon, ook als daarop niets te zien was. Ik voelde me doorlopend opgejaagd en extreem rusteloos, een uitermate naar gevoel dat ik herkende uit de periode dat ik net in mijn burn-out raakte.
Daarbij kwam een vervelend gevoel dat ik eerder had gehad, ik kan het niet juist omschrijven, het komt het dichtst bij de sensatie alsof ik werd aangevallen of dat ik moest vluchten van of vechten tegen iets. Ik werd wanhopig, voelde me wegglijden in het zwarte gat dat depressie voor mij is. Deze signalen deden bij mij de alarmbellen rinkelen.
Toen ik me realiseerde dat ik depressief werd, heb ik een aantal dingen gedaan waarop ik nog steeds erg trots ben. Vanaf hier gaan we dus weer bergopwaarts, waarover ik het eerder in mijn blog al had.
1. Emotionele steun zoeken helpt
Mijn eerste actie teneinde mijn oplaaiende depressie te keren, was dat ik erover ging praten. Dit deed ik in eerste instantie anoniem. Tijdens een dieptepunt belde ik 113. Dat telefoonnummer kwam ik tegen toen ik op mijn telefoon aan het zoeken was naar een hulplijn. Deze hulplijn is gericht op zelfmoordpreventie. Dit klinkt heftig en dat weet ik, maar het hielp me enorm en daarom zeg ik het je toch. Bij deze instantie zitten mensen die echt luisteren zonder een oordeel te geven. Dat was precies wat ik nodig had.
Nadat ik eenmaal erkend had, dat het de verkeerde kant opging met me, nam ik een vriendin in vertrouwen die heel dicht bij me staat. Dat vond ik moelijker maar ook dat was nodig want daarmee liet ik de ernst van de situatie zien aan haar en ook aan mezelf. Wat ik daarnaast deed, is opkomen voor mezelf.
2. Opkomen voor mezelf helpt
Ik had uitzicht nodig op rust. Ik besloot op verschillende manieren voor mezelf op te komen. Allereerst richting school. Het kostte mij vooral veel energie mijn jongste ertoe te bewegen haar schoolwerk te doen. Dat kwam niet in de laatste plaats door haar telefoongebruik. Ze had net als ik last van haar telefoon in de zin dat ze er de hele tijd mee in haar handen zat. Ik mailde haar mentor over de situatie en zij liet me weten dat de mogelijkheid bestaat om op school te laten werken. Dat leek me een prima plan. Helaas lieten ze de keuze aan mijn dochter. Mijn dochter weigerde dit natuurlijk, wat ik snap. Ik voelde me slecht maar zag een aanknopingspunt. School had immers aangegeven dat als het telefoongebruik niet zou afnemen, mijn jongste telg alsnog naar school moest komen. Zoals te verwachten viel, bleef mijn dochters telefoongebruik onverminderd hoog. Na anderhalve week mailde ik school opnieuw en de dag erna was het zover. Mijn meisje moest schoolwaarts. Blij was ze niet, maar voor mij was dit een opluchting. Hierdoor kan ik iets op adem komen. Dat geeft perspectief.
Tevens regelde ik dat ik hulp bleef krijgen in de huishouding, want het zou per direct stoppen. Mijn hartsvriendin voerde samen met mij het allesbepalende telefoongesprek met de gemeente. Van de week kreeg ik de beslissing: de hulp wordt gecontinueerd.
Last but not least schakelde ik de vader van mijn kinderen in om hen een dag extra bij zich te hebben zoals ik hierboven al beschreef. Het wonder geschiedde dat hij van de week uit zichzelf contact met mij opnam met de vraag of ik deze week wederom een dag voor mezelf wilde. Dit aanbod nam ik met beide handen aan. Opkomen voor jezelf helpt. En wat deed ik met die vrije dagen?
3. Rust, rust en rust
Niets. Ik luierde. Pakte mijn rust. Zonder schuldgevoel. Ik had dit nodig. Wat ik nog meer deed, is iets moois.
4. Ik pak een klus aan die me dwarszit
Ik had behoefte om voor mijn oudste dochter een vlaggenstok op te hangen. Zij is namelijk geslaagd, met vlag en wimpel. Vroeger had ik geen vlag, dat vond ik zo jammer. Voor háár wilde ik het wel. Ik was zeker een maand hiermee bezig geweest, maar het lukte me niet. Op mijn dipste dag appte ik mijn harstvriendin over mijn negatieve gedachten. Ze maakte zich ernstige zorgen om me en vroeg of ze iemand kon bellen, zoals mijn huisarts, psycholoog of een andere hulplijn.
Ik vroeg haar of ze me in plaats daarvan kon helpen met die vlaggenstok. Dat deed ze maar al te graag. We zochten naar een klusjesman. En we vonden hem ook nog. Het kostte me een duit, maar een week na dato wappert hij lustig erop los. Boven op mijn berg.
Bron:
Ik let op mijn voeding en dat helpt me bij mijn stemming. Dr. Wormer, de schrijver van Natuurlijke antidepressiva heeft geneeskunde gestudeerd en geeft handzame inzichten en adviezen hoe natuurlijke middelen een depressie kunnen verminderen. Klik hier voor een inkijkexemplaar.